Tessa Vermeiren
De Ark van de vrije hoofddoek
Oud-hoofdredactrice van Knack Weekend Tessa Vermeiren trekt haar steun voor de vrouwen van Boeh! (Baas over Eigen Hoofd) in omdat ze feminisme niet kan verzoenen met dit soort verhullen van de vrouw.
Ik ben opgegroeid in een katholieke omgeving en zat op katholieke nonnenscholen. Die nonnen waren allemaal gekleed in zwarte, ruisende habijten, waaronder ingewikkelde constructies zaten die hun borsten afbonden. Op het hoofd droegen ze gesteven witte kappen in diverse vormen, wapperende vleugels of een doosje bovenop het hoofd waarop dan een zwarte sluier was vastgespeld, het ovaal van hun gezicht – het enige wat zichtbaar was – zat onveranderlijk gevat in witte gesteven banden. Hun persoonlijkheid werd beroofd van alle vrouwelijkheid en herleid tot een zwart-wit uniform beeld.
De motivatie hiervoor was dat ze als bruid van Christus geen verleidelijke vrouw meer konden of mochten zijn, ze mochten alleen hem behagen. Toch belette die strenge dracht deze vaak erudiete vrouwen niet om te flirten met de jonge mannelijke leraars die in de jaren zestig sporadisch verschenen op meisjesscholen. Anderen koesterden discrete liefdes voor leerlingen of vrouwelijke collega’s.
Dienstmaagd des Heren
Vanaf die bevrijdende jaren zestig werd de kledingstijl van katholieke zusters met het jaar minder streng. Het habijt en de sluiers werden korter en minder knellend en tegen de jaren tachtig droegen de meeste nonnen gewone vrouwenkleren, wat hun zeer leek te bevallen. Ze konden weer gewoon vrouw zijn. De meeste van die nonnen waren uit vrije wil in het klooster gegaan, maar toch ook vaak omdat het hen de mogelijkheid gaf om te studeren, om als lerares, verpleegster of missiezuster een boeiend beroep uit te oefenen en ook niet zelden omdat ze als non niet onder het ‘gezag’ van een echtgenoot vielen, ze waren wel de dienstmaagd des Heren, maar niet de meid van een man.
De Ark van de vrije hoofddoek
Het intrigeert mij – als getuige van die twee evoluties – hoe in onze landen meer en meer jonge vrouwen de jongste decennia weer vrijwillig hoofddoeken gaan dragen en soms zelfs zo ver gaan dat ze hun vrouwelijkheid verstoppen in lange, wijde gewaden uit naam van hun godsdienst. Toch droegen hun moeders en grootmoeders in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en in Europese landen veel minder verhullende kledij en veel minder hoofddoeken.
Bij de uitreiking van de Arkprijs van het Vrije Woord aan Frikri El Azzouzy op 13 mei in Antwerpen – in de Zwarte Panter, een voormalige kapel van nonnen notabene – kregen de vrouwen van Boeh! (Baas over Eigen Hoofd) van de bekroonde auteur het woord om in de naam van de vrije meningsiuting het recht op het dragen van de hoofddoek in àlle omstandigheden (ook in officiële functies dus en op school) te verdedigen.
De vrijheid van ondergeschiktheid
Op een manifestatie die de Vrijheid – met een hoofdletter viert – werd dus gepleit voor de vrijheid om zichzelf als vrouw ondergeschikt te maken aan regels die door mannen werd vastgelegd eeuwen geleden, in naam van de godsdienst. Het verbod op het dragen van hoofddoeken in officiële functies en op scholen werd geduid als een uiting van islamofobie en racisme. De discussie ten gronde over dat verbod zal in de komende maanden ongetwijfeld worden gevoerd, vooral na dejongste uitspraken van de Raad van State is dat onvermijdelijk. Wat ook de uitkomst daarvan is, de dubbelzinnigheid van deze oproep op een manifestatie die sinds een paar decennia de Vrijheid – met een hoofdletter – viert is groot, dat blijkt ook uit het feit dat de tekst van BOEH! niet werd opgenomen in de officiële publicatie rond de Arkprijs 2015.
Niet de koran heeft deze regel opgelegd maar wel dus – eeuwen geleden – mannen die de vrouw wilden behoeden voor zichzelf.
De vrouwen die sinds een aantal jaren ijveren onder de naam BOEH! noemen zichzelf feministen. Het zijn dames met academische titels, met verantwoordelijke functies, zeker en vast. Aanvankelijk heb ik hen gesteund in hun actie. Maar na een tijd heb ik mij teruggetrokken, omdat ik feminisme niet kan verzoenen met dit soort verhullen van de vrouw. Niet de koran heeft deze regel opgelegd maar wel dus – eeuwen geleden – mannen die de vrouw wilden behoeden voor zichzelf. Die vrouwen dus zagen en zien als heilig of als slecht. Hoe komt het dat eind twintigste, begin eenentwintigste eeuw vrouwen zich opnieuw daaraan ondergeschikt maken, sterker nog er willen voor vechten? Soms hoor je een moslima in een interview zeggen dat ze ‘nog’ geen hoofddoek draagt. Daarmee zegt ze over zichzelf dat ze nog niet goed genoeg is, nog niet vroom genoeg is.
Madonna of hoer
Net als bij de katholieke nonnen vroeger deelt dat dragen van een hoofddoek, of meer verhullende kledij, vrouwen in twee categorieën in. Vroom of frivool, madonna of hoer, potentiële bruid of slet. De enige vrijheid die de vrouw in die omstandigheden blijft is de keuze voor de ene kant of de andere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier