Comité P: één deeltijdse kracht speurt online naar Syriëstrijders, trainingskampen werden klunzig gevolgd
Het rapport van het comité P, dat in besloten kring aan het parlement werd voorgelegd, bevat minstens 2 opmerkelijke gegevens. Er is maar één persoon die online speurt naar Syriëstrijders, en het onderzoek naar extremistische trainingskampen in de Ardennen verliep allesbehalve professioneel.
Over het rapport van het comité P berichten onder meer De Standaard en De Tijd.
In De Standaard komt de online recherche aan bod. Sociale media spelen, zoals bekend, een belangrijke rol in het radicaliseringsproces. Voor politiediensten is het dan niet meer dan logisch om online op zoek te gaan naar sporen van radicalisering, ook voor de opvolging van teruggekeerde Syriëstrijders.
De centrale antiterreureenheid van de federale politie heeft zo’n team: de “Internet Intelligence Support Unit”. Maar sedert begin dit jaar bestaat dat team uit slechts één deeltijdse medewerkster. In de loop van 2014, dus toen er nog bijna wekelijks jongeren naar Syrië vertrokken, waren de teamleider en andere leden al vertrokken.
“Er is een gruwelijk gebrek aan capaciteit voor online monitoring”, aldus de conclusie van het comité P, dat toezicht houdt op de politiediensten.
Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) liet aan de krant weten dat er onlangs is beslist om begin volgend jaar een cel internetopsporingen op te richten bij de centrale eenheden van de federale politie. “Die zal niet alleen ingezet worden tegen radicalisering en extremisme, maar ook voor andere fenomenen die zich online afspelen”, verduidelijkt de woordvoerder van Jambon.
Trainingskampen
In De Tijd wordt aandacht gegeven aan de trainingskampen voor extremisten in de Ardennen.
Volgens het comité P werden drie kampen in de provincie Luik gevolgd: een “jihadistenkamp” van Sharia4Belgium in de herfst van 2013 in Jalhay, een kamp van de Koerdische PKK in februari vorig jaar in Hombourg en een ‘Halal Events’-kamp in augustus vorig jaar in Trois-Ponts. De Staatsveiligheid en meerdere politiediensten waren op de hoogte van de kampen, maar de opvolging en informatie-uitwisseling verliep niet zoals het hoort. Zowel Sharia4Belgium als de PKK staan nochtans op de lijst met “te volgen groeperingen” van Binnenlandse Zaken. Over het derde kamp stelt het Comité P voorzichtiger dat de deelnemers “personen zijn die als radicaal worden beschouwd”. Terwijl dat laatste kamp al bij al nog het beste is opgevolgd.
Het eerste kamp is pas twee dagen nadat het begonnen was gelokaliseerd door de federale gerechtelijke politie van Verviers. Nochtans was via Facebook opgeroepen voor het kamp door Tawheed4Belgium, een radicale organisatie die gelinkt wordt aan Sharia4Belgium. Het antiterreurorgaan OCAD had kort voor de aanvang van het kamp in een nota gewaarschuwd dat een naaste van Sharia4Belgium-leider Fouad Belkacem aan het kamp zou deelnemen. Na het checken van de nummerplaten bracht de recherche van Verviers de Staatsveiligheid van Luik op de hoogte. Maar de federale politie zei niets aan de lokale politie, waardoor een patrouille van de lokale politie onwetend deelnemers begon te controleren. “Een gebrek aan communicatie”, besluit Comité P.
(Belga/RR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier