Jan Nolf
Buren die verzuren: Wederzijdse tolerantie sijpelt weg
Burenruzies zijn van alle tijden. Maar vroeger waren het publieke geheimen, terwijl ze nu bijna dagelijks het nieuws halen. Met het pestgedrag van de GAS-boetes geeft de overheid alvast niet het goede voorbeeld, stelt justitiewatcher Jan Nolf.
Burenruzies zijn van altijd. In Corsica, maar ook in ons diepe Vlaanderen gingen vetes soms van generatie op generatie over. Maar dat waren toen publieke geheimen die nauwelijks het volgende dorp bereikten. Nu halen ze bijna dagelijks het nieuws. Het VTM-magazine Telefacts serveerde gisteravond een kersvers voorbeeld dat wel hallucinant lijkt: een woning in Maasmechelen waarvan voordeur en brievenbus door de buurman afgesloten worden met prikkeldraad.
Voor een vollediger overzicht kunt u in het zoekscherm van Knack.be gewoon de zoekterm ‘burenruzie’ invullen om een lawine aan nieuws te krijgen over hoe mensen elkaar de duivel aandoen. Mensen die overigens niet zomaar voorbijgangers zijn in hun leven, maar ‘nabijgangers’: buren die dus in veel gevallen vastgeketend zitten aan hun huis want ‘gekocht’, en dan verhuis je niet zomaar. Dus vastgeketend aan de muren met hun plaaggeest: de buurman of buurvrouw.
Over dat onderwerp is er goed en slecht nieuws.
Eerst het goede nieuws:
Onze tijdsgeest is niet àl kwel en kommer. We gaan veel informeler om met elkaar dan toen het soms een half leven duurde vooraleer het ijs tussen nieuwe buren gebroken raakte. Of toen rang en stand een hogere muur betekenden dan wat je met bakstenen gedaan krijgt.
We werden bovendien zorgzamer voor elkaar, al laten we dat ook steeds vaker over aan ‘de overheid’ in plaats van zelf de hand uit te steken.
We werden mondiger, maar ook ongeduldiger.
Minder goede nieuws:
Jobs voor het leven bestaan nog nauwelijks, dus verhuizen we steeds vaker. Telkens ook een aanpassing aan een nieuwe buurt: zij aan ons, wij aan hen. We staan er nog zelden bij stil dat ‘aanpassen’ geboden zou zijn, want we mogen toch ‘onszelf’ blijven, nietwaar. Juist, maar ‘samenleven’ vraag ook wel iets. Die milde vorm van wederzijdse tolerantie voor alles wat wel eens fout loopt, sijpelt weg.
Buren die verzuren: Wederzijdse tolerantie sijpelt weg
Overheid en politici geven ook daar het slechte voorbeeld met agressieve lichtgeraaktheid en het pestgedrag van GAS-boetes. Er worden geen hoeken meer afgerond, er wordt niet meer gepraat: we laten het (af-)blaffen heus niet alleen meer aan de honden over. Zo zou je denken dat als in één zelfde Antwerpse straat 90 bewoners zich vergissen over het buitenzetten van de vuilniszak, dat toch wel een verstrooidheidje zou zijn. Nee, want de GAS-brigade wordt op pad gestuurd. Menselijkheid en redelijkheid raken zoek.
Jongeren hebben het monopolie niet van de ‘korte lontjes’ waarbij een kleine woordenwisseling in snel tempo op hogere versnellingen overschakelt om af te breken met een FY. Ook veel Benidorm Bastards getuigen van een lichtgeraaktheid om U tegen te zeggen. We veroordelen elkaar veel sneller dan de tijd die een rechter zou nemen om over ons een vonnis te maken. Onze burenrelaties zijn hyperkinetisch geworden: ‘zo klinkt het niet, zo botst het dan’.
Gratis bemiddeling bij de vrederechter
Net geen kwart eeuw lang heb ik in mijn Roeselaarse vredegerecht een prioriteit gemaakt van bemiddeling en verzoening. Die inzet bewees jaar na jaar proefondervindelijk dat minstens één op drie procedures vermeden kan worden door wat de vrederechter kosteloos aanbiedt: een oproeping voor een gesprek.
In Roeselare sloten we in 2010 op 5.394 behandelde pogingen tot verzoening, 1.744 akkoorden af. Het cijfer van die 1.744 vermeden procedures in 2010, dat is nipt hoger dan de 1.737 procedures die in mijn benoemingsjaar 1987 met een vonnis afgesloten werden.
Moraal van het verhaal: dankzij de inzet op gesprek en bemiddeling was het juridisch werk van 1987 op nul teruggebracht in 2010. Een goede zaak want ondertussen was er veel nieuw werk aan de winkel.
Oplossingen zijn echter niet alleen cijfermatig (dus voor de gerechtelijke achterstand) belangrijker dan vonnissen: na een akkoord behouden partijen het respect voor elkaar. Met een handdruk aan elkaar en aan de rechter, gaan ze samen weg. Naar huis, soms weer samen op de koffie.
Regionale verschillen in bemiddeling, ook in strafzaken
Het is dus maar de vraag waarom de behandelde verzoeningen in de vredegerechten dramatisch teruglopen: over heel België gemiddeld met 38% tussen 2005 en 2011. Maar de regionale verschillen zijn tekenend: in het arrondissement Antwerpen gaat het met 61% steil bergaf, terwijl Luik nog niet eens daalt met de helft van het nationaal gemiddelde (17%). En vooral: Luik hield er in 2011 nog zes keer zoveel over: 18.987 behandelde verzoeningen tegenover slechts nog 3.023 in Antwerpen.
In Vlaanderen wordt minder gepraat en meer getierd dan in het zuiden van het land
Dat cultuurverschil, waarbij blijkbaar in Vlaanderen minder gepraat en meer getierd wordt, was ook maandag een aandachtpunt op de door minister van Justitie ingeleide studiedag over bemiddeling in strafzaken.
Het NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie), magistraten en justitieassistenten vroegen er zich af waarom die 20 jaar geleden enthousiast gestarte aanpak stagneert. Net zoals in een burenruzie is het niet evident: dader en slachtoffer samenbrengen in een herstelbemiddeling. Het is nochtans net ook door een andere aanpak van wat fout loopt, dat de Nederlandse cellen zo leeg staan dat we Tilburg kunnen huren.
Maar bij de strafrechtelijke bemiddeling – in tegenstelling tot de (burgerlijke) minnelijke schikkingen van de vrederechters – blijkt dat dat dossiers in justitiehuizen van Brussel en Wallonië minder vaak succesvol afgerond worden dan in Vlaanderen.
Je zou dus kunnen besluiten dat in Vlaanderen de ‘harde bemiddeling’ (die van het parket) beter scoort, maar de ‘zachte bemiddeling’ van de vrederechter implodeert, terwijl de tendens in het Zuiden van het land net omgekeerd is.
Het lijkt voortvarend de “burgerlijke” burenruzies die de vrederechter door bemiddeling kan vermijden, te vergelijken met de penale bemiddelingsdossiers die het parket op een “zachte” (en snelle) manier afhandelt.
Toch zijn er raakpunten. Burenruzies zijn per definitie een kortsluiting tussen mensen die elkaar kennen, maar heel veel “kleine criminaliteit” waarop bemiddeling in strafzaken (een beetje te onrechte) focust ook. Ook zware strafzaken met dodelijk geweld zijn soms de uitloper van jarenlang opgekropte bitterheid. Niet alleen ‘vreemden’ maar ook buren schieten letterlijk op elkaar. En bemiddeling is zowel bij de vrederechter als bij het parket een kwestie van cultuuromslag: mensen met een probleem als volwassenen aanspreken en responsabiliseren.
Voorkomen dat het ontploft
Justitie blijkt de klus niet echt te klaren als magistraten meer met hun ‘lastwerkmeting’ (en dus vooral procedures) bezig zijn dan met het bieden van oplossingen.
Op de studiedag van het NICC waren Damien Vandermeersch (advocaat-generaal bij Cassatie) en Guido Vermeiren (kandidaat parketchef van Limburg) overigens bevlogen pleitbezorgers voor een justitie van de dialoog, maar numeriek iets te eenzaam.
Bijgevolg zullen gemeentelijke bemiddelaars de lont uit de vele kruitvaten van buren moeten trekken. Als zij daar blijkbaar in zeven op de tien gevallen in slagen, zijn ze heel goed bezig. Proficiat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier