Bourgeois: ‘Rol van arbitrage erg beperkt in CETA-akkoord’
De rol van de arbitrage in het CETA-handelsakkoord tussen de Europese Commissie en Canada, waar de Waalse regering over valt, is eigenlijk zeer beperkt en geen reden tot ongerustheid. Dat zegt Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA).
De Waalse regering verwierp gisteren het meest recente voorstel van de Europese Commissie over het handelsakkoord. Minister-president Paul Magnette (PS) onderhandelde vandaag nog de hele voormiddag met de Canadese minister van Handel, Chrystia Freeland, maar een doorbraak is er voorlopig niet. Het belangrijkste onderhandelingspunt is van rechterlijke aard: door het akkoord kunnen multinationals bij speciale handelstribunalen nationale wetgevingen aanvechten.
‘Ik hoop dat Magnette nog een bocht neemt’, zegt Geert Bourgeois. ‘De bevoegdheid van die arbitrage is immers zeer beperkt. Ze speelt quasi enkel een rol bij discriminatie van Canadese bedrijven. Andere geschillen komen voor de handelsrechtbank.’ Het gaat volgens Bourgeois vooral om een ideologische vooringenomenheid bij PS. ‘Maar het is niet omdat zij slechts verantwoordelijk zijn voor 10 procent van de Belgische export naar Canada dat het akkoord voor hen onbelangrijk is.’
‘Mattentaartenbakkers hebben niks te vrezen’
Ook de Geraardsbergse mattentaartenbakkers hebben volgens hem weinig te vrezen. Geraardsbergse mattentaarten zijn een in België beschermd streekproduct, maar die bescherming wordt niet mee opgenomen in het handelsverdrag. ‘Ik denk niet dat de Canadezen nu plots taarten gaan importeren naar Vlaanderen’, stelt Bourgeois.
(Belga/SK)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier