Vrije Tribune
‘Bij donorconceptie wordt er niet gehandeld vanuit het welzijn of bescherming van bestaand kind’
‘Men kan niet ontkennen dat er een onvermijdelijke complexiteit verbonden is aan gezinnen die op een niet-biologische manier worden gevormd’, vindt Steph Raeymaekers. Ze vraagt aandacht voor de situatie van de donorkinderen.
Adoptie en donorconceptie, evenals draagmoederschap, delen raakvlakken. Allen vertrekken zij hoofdzakelijk vanuit een kinderwens van een koppel of wensouder die in de onmogelijkheid verkeert zichzelf te kunnen voortplanten.
Voor deze drie mogelijkheden werden ondertussen heuse industrieën uitgebouwd om – liefst met grote verscheidenheid en tegen betaalbare prijzen – het aanbod voor wensouders zo divers mogelijk te maken.
Een onlangs gevoerd onderzoek over geadopteerden bracht de slogan: ‘normalisering van de diversiteit’ aan. De realiteit is dat een normalisering van de commercialisering wordt beoogd, waarbij meer dan vaak de belangen van de kinderen het minste doorwegen.
‘Bij donorconceptie wordt er niet gehandeld vanuit het welzijn of bescherming van het bestaand kind’
Het is niet normaal noch natuurlijk dat een kind in afwezigheid van diens biologische ouders of familie wordt grootgebracht. Elk levend organisme is letterlijk het evolutie-resultaat voortgekomen uit een biologische moeder en vader, die elk op hun beurt het eindresultaat zijn van hetzelfde natuurlijke proces.
Belangen van de industrie
Het is haast absurd te moeten vaststellen hoe een industrie dit basisprincipe blijft kneden tot er bijna niets meer van overblijft. Diezelfde industrie ontwierp trouwens de termen die ons systematisch opgelegd worden om de dingen te benoemen of om er mee om te gaan.
Alles om een afstand te creëren tussen een goedbedoelde illusie en de effectieve realiteit. Waarbij de realiteit niet meer is dan een constructie om kost wat kost tegemoet te komen aan een persoonlijk verlangen, waarbij generaties kinderen fundamenteel onrecht worden aangedaan en men gezinnen laat ploeteren wanneer rechtstreekse gevolgen van zulke constructies aan de oppervlakte komen bovendrijven.
Men kan niet meer ontkennen dat er een onvermijdelijke complexiteit verbonden is aan gezinnen die op een niet-biologische manier worden gevormd. Onlangs las ik dat 60-70% van nieuwe samengestelde gezinnen – en we hebben het hier dan over de eenvoudigste alternatieve gezinsvorm – uiteen gaat, net door de complexiteit die erdoor veroorzaakt wordt.
Adoptie werd gecreëerd als een begrijpbare interventie. Het wordt uitgevoerd als laatste optie en dit ter bescherming van het welzijn van een kind wanneer diens ouders er niet (meer) zelf voor kunnen zorgen. Dit neemt niet weg dat geadopteerden vaak worstelen met hun adoptie en/of het niet kennen van hun biologische ouders en familie.
Onze maatschappij en beleidsmakers erkennen dit lijden en tracht tegemoet te komen aan de eventuele vragen van geadopteerden. Zo is het wettelijk bepaald dat elke geadopteerde toegang heeft tot zijn of haar adoptiedossier.
Opgroeien onder anonieme noemer
Bij donorconceptie (of draagmoederschap) wordt er niet gehandeld vanuit het welzijn of bescherming van het bestaand kind. Het betreft een op een vraag gecreëerde mens, waarbij men met voorbedachte rade de additionele biologische ouder of baarmoeder minimaliseert in bijdrage of belangen. Doch ervaren mensen die met het genetisch materiaal van derden worden verwekt ervaren een gelijkaardig gemis en leed als eenieder die onder anonieme noemer opgroeit.
Het grote verschil is dat wij, donorkinderen, nog voor we uit het vruchtwater van onze moeders aanspoelen, stranden op een grondgebied dat een onderscheid maakt tussen zij die recht hebben op toegang tot fundamentele informatie over hunzelf en zij die dat recht niet hebben.
Hoe kan een democratische maatschappij zelf gecreëerde generaties discrimineren en ze herleiden tot minderwaardig ten aanzien van andere groepen? Het antwoord is simpel: niet.
(Steph Raeymaekers is voorzitter van Donorkinderen VZW)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier