Voor een volledige evaluatie van het Offerfeest is het nog te vroeg. Maar Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) maakt zich sterk dat er ‘heel wat dierenleed is vermeden’. ‘De chaos die men voorspelde is er niet gekomen’, zegt hij. Weyts is vanuit het standpunt van het dierenwelzijn tevreden dat hij voet bij stuk heeft gehouden.
Na de aankondiging van het verbod op onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren kreeg minister Ben Weyts een pak kritiek over zich heen. Verschillende moslimorganisaties namen de N-VA-minister op de korrel. Zij vonden dat de maatregel overhaast werd ingevoerd en waarschuwden voor chaos. Er werden ook juridische stappen tegen het verbod gezet.
Maar minister Weyts is tevreden dat hij voet bij stuk heeft gehouden. Hij herhaalt dat hij de maatregel tijdig heeft aangekondigd en dat de beslissing juridisch gesteund wordt door Europese regelgeving, een advies van de Raad van State en een recente juridische uitspraak.
‘Nooit tegen, wel vóór’
‘Ik betreur dat sommigen bleven verkondigen dat het allemaal zo een vaart niet zou lopen en de minister wel zou inbinden. Ik moet samen met u vaststellen dat ik een jaar lang bakken kritiek over mij heb gekregen. Maar de chaos die men voorspelde, is er niet gekomen. Voor een evaluatie is het nog te vroeg omdat alle gegevens nog niet beschikbaar zijn. Maar ik maak mij sterk dat er vandaag heel wat dierenleed vermeden werd’, aldus Weyts.
De N-VA-minister benadrukt dat hij in dit dossier ‘nooit heeft gehandeld tegen deze of gene godsdienst, maar wel vóór het dierenwelzijn’. ‘Dat is mijn job’, besluit Weyts.
Boycot
De oproep van moskees en organisaties om het offerfeest te boycotten in Brussel werd goed gevolgd. In het Brussels gewest waren de tijdelijke slachtvloeren dit jaar nog toegestaan. Maar slechts drie gingen er open: in Schaarbeek, Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek.
Volgens de lokale politie daagden er slechts iets meer dan 70 moslims op aan de slachtvloer in Molenbeek, die voor het hele gewest geopend was.
Aan de tijdelijke slachtvloer in Anderlecht, die ingericht werd in de permanente slachthuizen, werden 64 schapen geslacht, zo meldde de gemeente. De Anderlechtse ‘abbatoir’, waar enkel vlees verkocht wordt aan bedrijven, stelde eveneens een daling van de verkoop vast tegenover voorgaande offerfeesten. Cijfers werden wel niet gegeven.
De tijdelijke slachtvloer van Schaarbeek telde 114 inschrijvingen tegenover gemiddeld 400 andere jaren, aldus Marc Wever, kabinetschef van de burgemeester. Vooral uit de Turkse en Albanese gemeenschap was er vraag. De slachtvloer van Schaarbeek was geopend voor de gemeenten Evere, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe. (Belga/KVDA)(Belga/KVDA)
