Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Belgische taalvrijheid: niets is wat het lijkt’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

Kamerleden Hendrik Vuye en Veerle Wouters (N-VA) publiceren begin 2016 een studie over het koningschap. Ter gelegenheid van 200 jaar Verenigd koninkrijk der Nederlanden blikken ze terug op de taalwetgeving van koning Willem I en de taalvrijheid van de Belgische revolutionairen.

200 jaar geleden ontstaat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Belgen denken nog vaak aan Willem I, titelt het Nederlandse Elsevier naar aanleiding van deze verjaardag. De 200ste verjaardag gaat inderdaad niet ongemerkt voorbij.

Het Vlaams regeerakkoord verwijst uitdrukkelijk naar de verwezenlijkingen van Willem I. Vlaams minister-president Geert Bourgeois brengt hulde aan de verdreven koning. Er is een succesvolle tentoonstelling in het Stam te Gent.

Maar of het echt ‘de Belgen’ zijn die Willem I eren, valt te betwijfelen. Journalist Pierre Havaux schrijft in Le Vif dat het eerbetoon van Bourgeois aan Willem I een daad van majesteitsschennis is jegens koning Filip en een inmenging in het federale buitenlandbeleid. Ook voor de nagedachtenis van Willem I geldt: Sire, il n’y a pas de Belges.

De Belgische Grondwet van 1831 is op meerdere punten een anti-Willem I Grondwet. De revolutionairen van 1830 breken met het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Maar wat stellen ze in de plaats? We analyseren de taalvrijheid. Hier breekt de Belgische revolutie radicaal met de taaldwang van Willem I. Maar, hoe vrij is deze taalvrijheid?

Taaldwang onder Willem I

Willem I is voor velen de koning van de taaldwang. Is dit wel terecht? In 1814 neemt prins van Oranje Willem een eerste taalbesluit. De akten van de burgerlijke stand dienen opgesteld in de taal die gebruikelijk is in de gemeente. Akten opgesteld in het Nederlands, hoeven niet langer vertaald naar het Frans. De aanhef van het besluit stelt dat het Nederlands in ere hersteld zal worden, daar waar het de streektaal is.

‘Belgische taalvrijheid: niets is wat het lijkt’

In 1815 wordt Willem koning. Geïnspireerd door minister van justitie Cornelis Felix van Maanen vaardigt hij op 15 september 1819 zijn beruchte taaldwang-besluit uit. Vanaf 1 januari 1823 wordt het Nederlands (Nederduits) de taal in alle openbare zaken (bestuur, gerecht, …) in de provincies Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Antwerpen. Voor de provincie Brabant volgt een taalonderzoek. In 1822 wordt het besluit ook van toepassing op de arrondissementen Brussel en Leuven. Dit taalbesluit van 1819 wordt in Vlaanderen goed opgevolgd en zorgt voor een vernederlandsing van justitie en administratie.

Ambtenaren die het Nederlands niet kennen, worden overgeplaatst naar de Franstalige provincies. Voor deze laatste provincies verandert er niets. Willem I probeert wel in de Waalse provincies het Nederlands te promoten via het onderwijs. Er komt zelfs een leerstoel ‘Littérature et éloquence hollandaise’ aan de Luikse universiteit. Maar dit alles is niet meer dan een druppel op een hete plaat, besluiten de professoren taalkunde Rik Vosters en Guy Janssens in een recente studie.

De toegevende besluiten van 1829 en 1830

Vanaf 1828 ontstaat in het opstandige zuiden de ‘unie der opposities’. Dit is het verbond tussen liberalen en katholieken. Onder druk van deze oppositie zal Willem I zijn taalbeleid afzwakken met twee taalbesluiten van 1829. Notarissen moeten hun akten opstellen in de taal die betrokkenen verkiezen. In strafzaken mag in de Vlaamse provincies het Frans worden gebruikt.

Een taalbesluit van 4 juni 1830 gooit het roer helemaal om. Notariële en private akten worden in het ganse rijk opgesteld in de taal van betrokkenen. Wallonië wordt wat bestuur en gerecht betreft taalhomogeen Frans. De noordelijke provincies taalhomogeen Nederlands. In Vlaanderen mag het Frans worden gebruikt. Franstaligen bekomen in Vlaanderen ruime faciliteiten, om een modern woord te gebruiken. Twee maanden later, op 25 augustus 1830, breken er rellen uit na de voorstelling van ‘de stomme van Portici’ in de Muntschouwburg. De Belgische revolutie begint.

Belgische taalvrijheid: niets is wat het lijkt

De Belgische revolutionairen hekelen de taaldwang. Voortaan geldt de taalvrijheid. Maar wat betekent taalvrijheid concreet?

Het Voorlopig Bewind stelt bij besluit van 5 oktober 1830 een Bulletin des arrêtés et actes du gouvernement provisoire de la Belgique in, waarin alle beslissingen uitsluitend in het Frans worden gepubliceerd. Taalvrijheid? Op 16 oktober beslist het Voorlopig Bewind over het leger: ‘La langue française étant la plus répandue en Belgique, sera la seule employée dans les commandements’. Taalvrijheid? Nog dezelfde maand wordt daar aan toegevoegd dat ook de administratie van het leger in het Frans gebeurt. Taalvrijheid?

Artikel 23 van de Grondwet van 1831 proclameert de taalvrijheid. De Grondwet laat de wetgever wel toe het gebruik der talen te regelen ‘voor het openbaar gezag en voor gerechtszaken’. Wat heeft het nationaal congres voor ogen? Congreslid Jean Joseph Raikem amendeert de oorspronkelijke tekst die volledige taalvrijheid waarborgt, omdat hij vindt dat overheidshandelingen in één taal moeten gesteld worden. Evident in het Frans. Bruggenaar Paul Devaux voegt er de gerechtszaken aan toe. Advocaten die uitsluitend Frans spreken, mogen niet het slachtoffer worden van taalpesterijen. Volgens Devaux moet de wetgever de eentalig Franstalige advocaten beschermen. U zegt taalvrijheid?

Taalvrijheid in de praktijk

Een besluit van 16 november 1830 stelt wel dat burgers zich tot het bestuur mogen richten in het Frans, het ‘Vlaams’ of het Duits. Hetzelfde geldt in gerechtszaken, op voorwaarde dat de magistraten en advocaten de taal beheersen. Een mooi principe, maar hoe werkt het in de praktijk?

In 1873 beslecht het Hof van Cassatie de zaak Joseph Schoep. Het Hof beslist dat de advocaten in het Frans moeten pleiten, omdat sommige raadsheren het Nederlands niet begrijpen. Taalvrijheid? En het Hof voegt er aan toe, dat op grond van de taalvrijheid, een ambtenaar mag weigeren akte te nemen van de aangifte van een geboorte in het Nederlands. Ook de ambtenaar geniet, volgens het Hof, van de taalvrijheid. Hij mag dus weigeren Nederlands te spreken. De burger moet de aangifte dan maar in het Frans doen. Taalvrijheid?

Het Hof van Cassatie legt het Frans op als proceduretaal. En de ambtenaren die mogen burgers verplichten Frans te spreken. Dit is regelrechte taaldwang. Het Hof van Cassatie kiest er voor om de privileges van de Franstalige bourgeoisie te beschermen. Taalvrijheid?

Taaldwang en taalvrijheid: zoek de verschillen

De Belgische revolutionairen verzetten zich tegen de taalpolitiek van Willem I. Het Nederlands opleggen, zelfs alleen in Vlaanderen, kan niet. Weg met die taaldwang!

Maar onder het mom van taalvrijheid, leggen deze revolutionairen een taaldwang op die veel verder gaat dan wat Willem I ooit deed. De Belgische taalvrijheid is geen taalvrijheid. Willem I wordt vervangen door Léopold I en het Frans komt in de plaats van het Nederlands. Of hoe de Belgische taalvrijheid van 1830 in werkelijkheid Franstalige taaldwang is. Wat lijkt en wat is, zijn in België wel eens heel verschillende dingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content