Jan de Zutter
‘Bang van de boerkini: heeft de profeet ooit iets gezegd over badpakken?’
‘Is de boerkini een importproduct uit een benepen Arabische traditie?’, vraagt kunsthistoricus Jan De Zutter zich af. ‘Wie de ontstaansgeschiedenis onder de loep neemt, komt tot andere conclusies.’
De oplaaiende discussie over de boerkini, het allesverhullende badpak dat sommige moslimvrouwen willen dragen, doet de vraag opborrelen of de profeet ooit uitspraken heeft gedaan over badpakken. Is de boerkini een importproduct uit een benepen Arabische traditie, die door de stoottroepen van de integristische islam Europa wordt binnengesmokkeld om onze normen en waarden onderuit te halen?
Wie de ontstaansgeschiedenis van de boerkini onder de loep neemt, kan niet anders dan tot heel andere conclusies te komen. Dit badpak is in tegendeel een typisch product van Westerse ethno-marketing door een van de vele start-ups van bedrijfsleiders met migratieachtergrond. In dit geval gaat het om een Australisch product, in 2003 ontwikkeld door de Australische ontwerpster van Libanese afkomst Aheda Zanetti.
‘Bang van de Boerkini: heeft de profeet ooit iets gezegd over badpakken?’
De boerkini is een schoolvoorbeeld van succesvolle innovatie in de mode-industrie en in dat opzicht zelfs een toonbeeld van integratie in een westers marktgericht denkpatroon: identificeer een doelgroep en ontwikkel een product dat die doelgroep wil kopen. Op nog geen 12 jaar tijd verspreidde haar product én de daarbijbehorende merknaam – het neologisme Burkini/Burquini is een geregistreerd handelsmerk – zich over de hele Westerse wereld. Zelfs de merknaam werd een ‘gewoon woord’, net zoals de merknaam Bic het veel omslachtigere balpen heeft vervangen.
Boerkini als middel tot integratie
Zanetti kwam op het idee om sportkledij voor moslimvrouwen te ontwikkelen toen ze haar nicht in hijab netbal zag spelen. Het badpak ontstond toen Zanetti vaststelde dat enkele moslimvrouwen graag deel wilden uitmaken van de reddingsteams aan de Australische stranden, maar dat omwille van de kledingvoorschriften van hun religie niet konden. En van hen, Mecca Laalaa, een twintigjarige studente, werd toen dankzij de boerkini, de eerste vrouwelijke moslim redster in Australië. Het badpak werd gezien als een middel tot integratie in de dominante Australische strandcultuur.
Het gevolg daarvan was echter een plotse en ironische confrontatie met die Australische cultuur van Beach Babes, de gebruinde, glimmende bikinimeiden die in Europa beter gekend werden via hun Amerikaanse variant, gepersonaliseerd door Pamela Anderson in Bay Watch.
Voor Mecca Laalaa was de boerkini geen politiek actiemiddel, maar gewoon een kans om te doen wat ze altijd al had willen doen, namelijk bijdragen aan de publieke veiligheid. Nochtans is de boerkini snel een symbool geworden van de culturele clash tussen Westerse en islamitische cultuur. Het badpak speelt dan ook een dubbelzinnige rol; ontwikkeld als een middel om moslimvrouwen aan sportactiviteiten te laten deelnemen en zich te integreren, maar daarna ook vaak gebruikt als symbool van verzet tegen een discriminerende westerse cultuur. Vooral in Europa wordt het debat op het scherp van de snee gevoerd, vaak als gevolg van de reeds bestaande regels die boerka’s in de publieke ruimte verbieden.
‘Is een boerkini een groot probleem? Uiteraard niet. Iedereen mag in de publieke ruimte zijn religie uiten, in zoverre ze de vrijheid van anderen niet belemmert.’
Dat er voor het verbod van boerkini’s ondeugdelijke argumenten gebruikt worden, zoals het vermeende en reeds lang weerlegde argument dat ze onhygiënisch zouden zijn, versterkt moslima’s in de gedachte dat er hier een unfaire politieke strijd wordt gevoerd.
Is een boerkini een groot probleem? Uiteraard niet. Iedereen mag in de publieke ruimte zijn religie uiten, in zoverre ze de vrijheid van anderen niet belemmert. Ik behoor zelf tot die groep burgers die het onbegrijpelijk vindt dat vrouwen sluiers of andere verhullende kleding willen gebruiken omdat hun religie voorschrijft dat dat de enige manier is om te ontsnappen aan de hongerige blikken of zelfs grijpgrage handen van mannen.
Er lijken me andere en betere methoden te bestaan om aan mannen duidelijk te maken dat ze te allen tijde respect moeten opbrengen voor vrouwen. En ik behoor uiteraard tot de groep Europeanen die het onaanvaardbaar vindt dat meisjes gedwongen worden dergelijke kledij te dragen. Dat eerste los je op door voortdurend in debat te gaan, het tweede door dwang te bestrijden en desnoods te bestraffen.
‘De aanwezigheid van boerkini’s draagt mogelijk bij tot de verpreutsing van de samenleving.’
Een laatste en niet eens zo onbelangrijk bezwaar, is dat de aanwezigheid van boerkini’s mogelijk bijdraagt tot de verpreutsing van de samenleving. Tienermeisjes en vrouwen die onder invloed van de geldende schoonheidsidealen kampen met onzekerheid over hun lichaam zouden in de boerkini een oplossing voor hun problemen kunnen zien.
De boerkini lost dat probleem uiteraard niet op, maar bevestigt het. Maar opnieuw, een verbod is niet de juiste methode om dat aan te pakken. Uiteindelijk moet iedereen die uit vrije wil zo’n badpak wil dragen dat kunnen, zelfs al vinden heel wat mensen dat idioot. Niemand zal immers van de weeromstuit verdrinken omdat er een meisje in boerkini in het zwembad opduikt.
En voor wat het waard is: de boerkini is geen import uit een of andere extremistische oliestaat, maar een innovatief product van de nieuwe Westerse diversiteit, ontwikkeld met Westerse marketingstrategieën voor een nieuwe markt in het Westen. Misschien moeten we ook dat in ogenschouw nemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier