Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘Als de politie zich moet gedragen als weekdieren, neemt de straat het over’
Jean-Marie De Decker over de rellen in Brussel: ‘De expatvoetbalhooligans zijn exponenten van een soort anti-maatschappij die hun levensdoel ontlenen aan de haat die ze koesteren tegen de samenleving waarvan ze nu deel uitmaken.’
Marokko won de WK-kwalificatie van Ivoorkust in Abidjan en de hel barstte 5.125 km verder los in Brussel. Niet alleen hier, ook in de Schilderswijk van Den Haag, en in Amsterdam en Rotterdam werd het straatmeubilair gesloopt. Er was al een voorgaande: op 4 juni 2011 kwalificeerde Marokko zich met 4-0 tegen Algerije, en op de Turnhoutsebaan in Borgerhout werd toen ook al een voetbaloorlog uitgevochten. Op de Gentse kouter vielen een dag eerder ook al 22 gewonden toen Turkse heethoofden de voetbalinterland tussen België en Turkije eerder zagen als een nationalistisch dan een sportief feestje.
‘Als de politie zich moet gedragen als weekdieren, neemt de straat het over’
Terwijl schorremorrie deze week de hoofdstad belaagde en plunderde, keek de Brusselse politie nochtans verontwaardigd de andere kant op. Terwijl niveau 3 voor terreurbestrijding van kracht was duurde het nog quasi een uur vooraleer onze pakkemannen de weg naar de Lemonnierlaan gevonden hadden, maar pakken mochten ze toch niet. Niet dat arrestaties veel zouden geholpen hebben. Het tuig van de richel was door de draaideur van het politiekantoor – op bevel van een wegkijkende zwarte toga – gegarandeerd al terug naar een theehuis aan de snuif gestuurd, vooraleer de agenten hun battle dress hadden uitgetrokken. Dat hebben de feiten na de rellen op het Muntplein een paar dagen later duidelijk bewezen.
Blijkbaar hebben de Brusselse rechters nog een zuiver theoretische, sociologische opvatting over misdaad, namelijk dat crimineel gedrag het natuurlijk gevolg is van kansarmoede, en daarom niet afkeurenswaardig is en ook niet te bestrijden is door de wet te handhaven. Struisvogels met witte befjes in de stad der blinden. De politieleiding – stuk voor stuk politiek benoemde sabelslepers – hunkert meer naar de goedkeuring van wegkijkende politici die hun nieuwe allochtone kiespubliek niet teveel voor het hoofd willen stoten dan naar ordehandhaving. Ze wringen zich in allerlei bochten om te laten zien dat ze geen sociale vooroordelen hebben die de progressieve opinie zouden kunnen krenken. Ze is meer bezig met het beschermen van haar eigen politiek-correcte reputatie dan met het beschermen van het publiek. Het vermijden van een rassenconflict gaat boven alle overwegingen, inclusief het welzijn, de veiligheid en de bescherming van de burgers. Het is een capitulatie voor de straat en een uiting van een decadente ondergangscultuur die zo betrapt wordt op haar eigen verdwazing.
Met 2200 zielen is het politiekorps van Brussel Hoofdstad groot genoeg om de geweldorgieën het hoofd te bieden, alleen voelt de gewone flik zich in de steek gelaten door zijn oversten, door gebrek aan vervolging, en door de ontoereikende straffen die volgen op een sporadische veroordeling.
Hoe vaak ze ook het nest bevuilen, de belastingbetaler draait toch altijd op voor het herstel. De toestand is hopeloos maar blijkbaar nog altijd niet ernstig.
Agenten moeten zich als weekdieren laten beschimpen door straatgeboefte om zogezegd een escalatie te vermijden, terwijl het net deze straffeloosheid is die het schorremorrie een onkwetsbaar gevoel geeft voor het voortzetten van hun crimineel gedrag. Hoe vaak ze ook het nest bevuilen, de belastingbetaler draait toch altijd op voor het herstel. De toestand is hopeloos maar blijkbaar nog altijd niet ernstig. ‘Wij móchten niets doen, om zot van te worden’, getuigden een aantal agenten anoniem.
Na de Lemonnierlaan volgde het Muntplein. De inefficiëntie door de versnippering in zes verschillende Brusselse politiekorpsen is schrijnend, maar burgemeesters beschouwen hun korpsballen eerder als een persoonlijke paleiswacht dan ze te doen fusioneren tot één krachtdadige brigade. Onze ministers kijken telkens de andere kant op achter een sluier van zelfbedrog en partijbelang. Ze voeren dan telkens een riedeltje van verontwaardiging op en roepen om een strenger beleid om de goegemeente te sussen. Hun mantra van “lik-op-stuk beleid” is even geloofwaardig als “de onderste steen bovenhalen” in elk onderzoeksrapport.
Baronnen op hun erf
Volgens de Brusselse burgemeesters, allemaal baronnen op hun eigen erf, zijn de echte criminelen de vervuilende automobilisten waarvan de munten in hun parkeermeters steken; Filerijders die aan 30 km per uur door ingestorte tunnels, over kaduke viaducten en langs straten met zinkgaten naar hun werk mogen tuffen, op straf van boete. Zelfs de Brusselse voetgangerszone is eerder een verloederd getto dan een oase van rust. Puisten en kraters van wanbeleid.
Jarenlang wanbeleid van de Parti Socialiste en de medeplichtigheid van alle traditionele partijen, Groen en Ecolo incluis, heeft er een sociaal moeras gecreëerd. Ze spartelen als vissen op het droge. Voor de straatcriminelen belijden ze daarentegen een kruiperige lippendienst aan het multiculturalisme. De belangrijkste tekortkoming van ons strafsysteem ligt niet in zijn streng of buitensporig optreden of in zijn neiging mensen ten onrechte op te sluiten. Het ligt in zijn voortdurend falen om de wet te handhaven en zijn burgers te beschermen tegen de echte misdadigers.
De permanente noodzaak van een performante politie is nodig omdat de gebrekkige aard van de mensheid niet geneigd is tot deugd en sociale harmonie.
De expatvoetbalhooligans zijn exponenten van een soort anti-maatschappij die hun levensdoel ontlenen aan de haat die ze koesteren tegen de samenleving waarvan ze nu deel uitmaken. Ze vinden het beter om dwarsgezeten te worden door een externe vijand dan losgeslagen te zijn in betekenisloosheid. Ze zien zichzelf als krijgers in een culturele nationalistische burgerstrijd en niet als nietsnutten en criminelen. De mantra van discriminatie, achterstelling, werkloosheid en zelfs racisme is voor de vernielzuchtigen van de Lemonnierlaan en het Muntplein valse schijn, en zelfs een belediging voor de grote massa die hier wel aardt, werkt en studeert, en het altijd beter heeft dan in hun land van herkomst.
Het blijft verbazen dat zelfs immigranten van de derde generatie rootisten blijven die er van overtuigd zijn dat hun eigen identiteit bepaald wordt door hun biologische afstamming, en dat ze die roots van nationaliteit, cultuur en godsdienst trouw moeten blijven. Het wegkijk- en sublimatiegedrag van de politieke wereld als het om crimineel gedrag van daders die behoren tot allochtone minderheden gaat, is meer dan schuldig verzuim, het is medeplichtigheid. De permanente noodzaak van een performante politie is nodig omdat de gebrekkige aard van de mensheid niet geneigd is tot deugd en sociale harmonie. De druk van buitenaf om zich fatsoenlijk te gedragen is een noodzakelijk onderdeel van een beschaafde samenleving. Wie dit niet aanvaardt hoort hier niet thuis, ook niet in een hellegat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier