In beeld: De 10 grootste olierampen

De allergrootste olieramp is te wijten aan de mens. Iraakse olietankers lieten bij aanvang van de Eerste Golfoorlog in 1991 met opzet 1.470.000 ton ruwe olie in het water lopen. Zo hoopte de Iraakse regering de Amerikaanse invasie te saboteren.

In 1978 liep de Liberiaanse tanker Amoco Cadiz vast voor de kust van het Franse Bretagne. Het schip brak in tweeën waarna de complete lading van 228.000 ton in zee terechtkwam. Het zwarte goud vervuilde 360 kilometer Bretoense kust, de visserij en toerisme liepen enorme schade op en er stierven ongeveer 15.000 zeevogels.

In de Russische provincie Komi brak in 1994 een oliepijpleiding. Volgens de Russische instanties kwam er hierdoor 14.000 ton olie vrij. Maar de Verenigde Staten en de milieubeweging Greenpeace hadden het over meer dan 200.000 ton olie, die onophoudelijk in de toendra en de rivieren stroomden.

De Griekse tanker Aegean Sea brak in 1992 voor de Galicische kust bij de Spaanse stad La Coruña in twee stukken. Duizenden vogels kwamen om en de olie vervuilde 200 kilometer kust. In 1973 lekte er al 108.000 ton olie in de zee nadat de tanker Urquiola explodeerde. In de zogenaamde ‘Kust des Doods’ vergingen er in tien jaar 240 grote en kleine schepen.

Bij de Britse Shetland-eilanden botste de Liberiaanse olietanker Braer in 1993 op een rots. De aanvaring veroorzaakte een lek van 85.000 ton olie, die zich razendsnel verspreidde door een zware storm.

In 2002 brak de tanker Prestige voor de kust van Spanje in tweeën. Samen met vrijwilligers moest het Spaanse leger 77.000 ton gelekte olie opruimen.

In de baai ‘Prince William Sound’ in Alaska liep de Amerikaanse tanker Exxon Valdez in 1989 vast op een rif. 36.000 ton ruwe olie stroomde weg en veroorzaakte de grootste milieuramp in de Amerikaanse geschiedenis. Bijna 60.000 otters, zeevogels, zeeleeuwen, grijze walvissen en andere dieren stierven door de enorme olievervuiling.

In 1999 sloeg de Maltese tanker Erika voor de Franse kust lek. In totaal stroomde er 30.000 ton olie weg in de zee. De Franse stranden raakten over een lengte van 200 kilometer vervuild en er stierven maar liefst 300.000 zeevogels.

In 2003 lekte de Griekse tanker Tasman Spirit 15.000 ton olie voor de kust van Pakistan. De gevolgen zijn desastreus: de kustbewoners raken ernstig ziek en het ecosysteem dreigt verloren te gaan. Het is tot op vandaag de grootste olieramp die het land gekend heeft.

Het olieproductieplatform P-36 van het Braziliaanse oliebedrijf Petrobas zonk na een serie explosies in 2001. Bij de ontploffingen vielen er tien doden en 1,5 miljoen liter olie sijpelde weg. Voor de kust van Brazilië dreef er een olievlek van twintig bij twintig kilometer in de zee.