Toyota bouwt meest betrouwbare auto’s

Toyota is opnieuw de grootste autobouwer ter wereld. Niet toevallig bouwt de Japanse constructeur ook de meest betrouwbare auto’s ter wereld. Dat bewijst het kwaliteitsrapport 2013 van het Duitse AutoBild.

De auto is de op één na grootste uitgavenpost in een gezin. Dat is al jaren zo. Enkel de aanschaf en het onderhoud van een eigen huis of appartement kosten meer. En dan verbaast het dat kandidaat-kopers zich wel uitgebreid informeren over het aantal pk’s, het verbruik, de CO2-uitstoot of de financieringsmogelijkheden maar zich hoegenaamd geen vragen stellen over bijvoorbeeld de gemiddelde levensduur van de auto van hun dromen of over vaak voorkomende defecten of storingen. Autoverkopers bevestigen dat het aspect betrouwbaarheid geen overtuigend verkoopargument is. Tenzij in het geval van Hyundai, Kia en Mazda. Die merken bieden een garantieperiode aan die tot 7 jaar kan oplopen en daar hebben potentiële klanten wel oren naar.

Dat is goede attitude, want er bestaan wel degelijk grote verschillen inzake betrouwbaarheid. Het is dus niet zo dat er geen slechte auto’s meer worden gemaakt, dat auto’s niet meer roesten of dat de onzichtbare elektronica op hol slaat. Het is ook geen toeval dat het aantal terugroepacties elk jaar toeneemt en dat omzeggens alle merken in de klappen delen. Die terugroepacties kosten de constructeurs miljarden aan uurloon én imagoverlies. Het liefst van al zouden ze de verborgen gebreken doodzwijgen, maar na enkele ruchtmakende vonnissen in de Verenigde Staten durven ze het risico niet meer lopen. De vrees voor astronomische boetes en de vloek van de Amerikaanse consumentenverenigingen is te groot. Die genieten groot vertrouwen bij de Amerikaanse consument en gaan tot het uiterste om hun gelijk te halen wanneer er zelfs maar een vermoeden van schuld bestaat in hoofde van de producent.

Het Duitse magazine Auto Bild publiceert sinds 2001 jaarlijks een kwaliteitsrapport dat de sterke en zwakke punten van de verschillende merken opspoort en bundelt. De automerken zijn als de dood voor dat rapport omdat het de gebreken en tekortkomingen bloot legt en vaak met één commentaar komaf kan maken met een zorgvuldig opgebouwd merkimago. Bij het opstellen van het rapport houdt de redactie onder andere rekening met de defectenstatistieken van de Duitse automobielinspectie (TÜV), met de resultaten van hun eigen langeduurtests en kwaliteitsonderzoeken bij willekeurig gekozen merkverdelers te lande maar ook met de ervaringen en klachten van auto-eigenaars. Hoewel een magazine als AutoBild niet zonder advertenties van de automerken kan, moeten die niet rekenen op het erbarmen van de redactie. Die kiest steevast de kant van de lezer en zo hoort het ook.

Het eerste kwaliteitsrapport dateert van 2001 en nam 10 merken in ogenschouw. In het rapport van 2013 komen 20 merken aan bod. Nichemerken als Ferrari, Porsche of Subaru worden principieel buiten beschouwing gelaten. Dat geldt voor de editie 2013 ook voor Alfa Romeo, Chevrolet, Smart en Volvo – omwille van een tekort aan betrouwbare gegevens.

Overlopen we de resultaten vanaf 2001 tot nu dan zien we dat Toyota zesmaal als eerste eindigde en vier tweede plaatsen in de wacht sleepte. Het slechtste resultaat was een derde stek in 2010. Ook Mazda en Huyndai scoren traditioneel zeer goed. Dat is meestal ook het geval voor Honda dat dit jaar echter vrede moet nemen met een gedeelde zesde plaats – samen met Audi, BMW, Kia en Skoda. De spectaculaire terugval van Honda heeft te maken met de slechte TÜV-resultaten. Renault maakt een omgekeerde beweging en klimt van plaats 17 in 2012 naar plaats 11 dit jaar. Dat is een uitzonderlijke prestatie en heeft in de eerste plaats te maken met de hoge tevredenheidsscore van de Renault-klant. De Franse en Italiaanse merken bekleden traditioneel de laatste plaatsen: Fiat eindigde zeven keer op de laatste plaats tegenover zesmaal voor Peugeot. Wat de Auto Bild-redactie de volgende commentaar ontlokte… “Fiat belooft ons sinds jaren dat het volgende model beter wordt. Dit jaar bleven zelfs de valse beloften uit!”

VW op beschamende 15^de plaats

Dat tot nog toe geen enkel Duits merk een eerste plaats heeft kunnen behalen, bewijst dat made in Germany ook tekortkomingen vertoont. Het pleit terzelfder tijd voor de onpartijdigheid van het kwaliteitsrapport. De eigenaars van Duitse auto’s zijn best tevreden over hun merk: Audi en BMW eindigen op een gedeelde eerste plaats, gevolgd door Mercedes. VW staat op een gedeelde vierde plaats, op gelijke hoogte met Toyota en Mazda.

Vergelijken we dat resultaat met de eindrangschikking, dan vinden we VW terug op een beschamende 15^de plaats, op gelijke hoogte met Ford. Die slechte score heeft onder andere te maken met aanhoudende problemen met de aandrijfketting en de DSG-automaat. De VW-dealers tonen zich bovendien weinig inschikkelijk bij de interpretatie van de garantievoorschriften. Klantvriendelijkheid is anders. Zo zie je maar dat de grootste niet altijd de beste is. Maar ook dat er geen einde komt aan de vrije val van Fiat, nu zelfs de valse beloften uitblijven. De situatie voor Citroën en Peugeot ziet er niet veel rooskleuriger uit.

Urbain Vandormael

Hoe beoordeelt u kwaliteit van uw werk:(schaal van 1 – 10)

Audi 8,9

BMW 8,9

Mercedes 8,7

Toyota 8,4

VW 8,4

Mazda 8,4

Honda 8,3

Skoda 8,3

Nissan 8,3

Mitsubishi 8,0

Kia 8,0

Seat 7,9

Ford 7,9

Opel 7,8

Hyundai 7,8

Renault 7,8

Citroën 7,5

Peugeot 7,5

Suzuki 7,5

Fiat 7,3

AutoBild Kwaliteitsrapport 2013: (schaal oplopend van 1 tot 5)

Toyota 2,17

Hyundai 2,50

Mazda 2,57

Mercedes 2,57

Mitsubishi 2,60

Audi 2,71

BMW 2,71

Kia 2,71

Skoda 2,71

Nissan 2,83

Renault 2,83

Seat 2,83

Opel 2,86

VW 3,00

Ford 3,00

Suzuki 3,17

Peugeot 3,43

Citroën 3,57

Fiat 3,57