Jetta Hybrid, geen wagen voor het volk

De Jetta Hybrid is een gemiste kans die wellicht wordt benut door concurrent Toyota die met de Auris Hybrid een volwaardig én vooral een goedkoper alternatief aanbiedt.

Op termijn moeten de traditionele benzine- en dieselmotoren plaatsmaken voor alternatieve aandrijfsystemen, die minder of helemaal geen schadelijke uitlaatgassen uitstoten. In afwachting moeten wij ons tevreden stellen met zogenaamde hybrides, een combinatie van een elektro- en benzine- of dieselmotor.

Willen wij voorkomen dat onze aardkloot verandert in een woestijnlandschap , dan moeten wij milieuvriendelijker gaan leven. Door bijvoorbeeld met auto’s te gaan rijden die minder schadelijke uitlaatgassen uitstoten. De conventionele benzine- en dieselmotoren hebben al een hele weg afgelegd, zij verbruiken beduidend minder en stoten veel minder schadelijke uitlaatgassen uit dan pakweg twintig jaar geleden. En zij kunnen nog beter, maar een nul-uitstoot zullen zij nooit bereiken.

Om die reden investeren de autoconstructeurs volop in de ontwikkeling van alternatieve aandrijfsystemen. Maar de accu- en waterstoftechnologie zijn nog in volle ontwikkeling. Wie nu een elektrisch aangedreven auto koopt, is een believer. De hoge prijs die hij betaalt, staat niet in verhouding tot het beperkt aantal de voordelen dat elektrisch rijden nu in ons land oplevert.

De nadelen zijn gekend: beperkt modellenaanbod, extra zwaar, kleine actieradius, slecht uitgebouwde oplaadinfrastructuur en een gebrek aan faciliteiten. Geen wonder dus dat de verkoop van elektrische auto’s – niet alleen in ons land – ver beneden de verwachtingen blijft, wat sommige constructeurs stilaan zuur opbreekt.

Die hebben miljarden geïnvesteerd in die nieuwe technologie, maar de return on investment blijft voorlopig uit. En dan zwijgen we nog over de ontwikkeling die de waterstoftechnologie doormaakt. Of niet doormaakt. Een doorbraak van de waterstofauto wordt niet verwacht voor 2030.

Argumenten pro

Terwijl de meeste constructeurs in het wilde weg investeerden, legde Toyota zich toe op de ontwikkeling van een hybride auto die wordt aangedreven door een combinatie van een elektro- en benzinemotor. Ondertussen bieden andere merken zoals Peugeot/Citroën en Mercedes-Benz ook een combinatie van een elektro- en dieselmotor aan.

De investering van Toyota heeft zich geloond. De Japanse constructeur heeft wereldwijd al enkele miljoenen hybrides verkocht, terwijl de Europese merken niet eens de kaap van de honderdduizend hebben overschreden. Met name de Duitse constructeurs hebben (te) lang gewacht alvorens zij voor de ene of andere technologie opteerden, waardoor zij nu op achtervolgen zijn aangewezen.

Toyota is al aan zijn derde generatie hybrides toe, de accu’s zijn almaar krachtiger geworden en garanderen een steeds grotere autonomie. Plug-in hybrides kunnen bovendien – thuis – in de daluren via het stopcontact worden opgeladen wat het gebruiksgemak én de kilometerkostprijs ten goede komt.

De consument raakt stilaan overtuigd van de voordelen van een hybride: lager verbruik, schonere uitlaat, lagere kilometerkostprijs. Door de combinatie elektro- en conventionele motor beschikt hij bovendien over een actieradius van minstens 600 km en kan hij op elke hoek van de straat (bij)tanken.

Een hybride is ook goedkoper dan een elektrische auto en hij vertoont quasi hetzelfde rijgedrag als elke andere auto. In feite accelereert hij zelfs sneller dan een conventionele auto, maakt hij minder lawaai en moet je in principe minder vaak tanken. In principe.

Geloof niet alles wat reclamefolders beloven

Een testrit met de nieuwe VW Jetta Hybrid leverde immers een gemiddeld verbruik op van 6,1 l/100 km, wat minder goed is dat het gemiddeld verbruik van een vergelijkbaar model met een moderne TDI-dieselmotor. Geloof dus niet alles wat je in reclamefolders te lezen krijgt. Weet ook dat de extra grote accu aan boord ten koste gaat van de beschikbare kofferruimte en van het toegelaten gewicht.

In het geval van de VW Jetta moet je zowat een derde aan capaciteit inleveren, terwijl de grote koffer net een van de sterke punten is van de Jetta. Je mag ook minder gewicht mee aan boord nemen, én er is de meerprijs. Begrijpelijk, want een hybride beschikt tenslotte over twee motoren én over een aantal extra (dure) voorzieningen.

Zo gebruikt een hybride de energie die vrijkomt bij het (af)remmen voor het opladen van de accu. Afhankelijk van de omvang en het vermogen van de accu kan je – zuiver elektrisch – 50 tot 70 km ver rijden. Dat geldt echter niet voor de VW Jetta Hybrid. Met zijn elektromotor (20 kilowatt/27 pk) kom je maar een paar kilometer ver. Een monitor op het dashboard geeft aan in welke richting de energiestromen vloeien, in welke modus de wagen rijdt. Voor mij een stimulans om behoedzaam met het gaspedaal om te gaan. Want dat is toch ook een ervaring die ik heb opgedaan: in een hybride rijd je anders, minder sportief en meer ontspannen. Zonder dat je te laat op je werk aankomt en zonder dat je constant moet vrezen voor een snelheidsovertreding. De klik gebeurt in je hoofd: je vertrekt gewoon een paar minuten vroeger.

Is de Jetta Hybrid een verstandige keuze? Hij draagt bij aan een schoner leefmilieu, want een CO2-uitstoot van slechts 95 g/km. Hij rijdt vlot tot zeer vlot, is een kwaliteitsvol product zonder opvallende tekortkomingen. Een koopje? Niet echt. Volkswagen is nooit goedkoop en bovendien omvat de standaarduitrusting van deze Jetta Hybrid een reeks extra’s die de prijs de hoogte indrijven waardoor hij te duur wordt voor de doorsnee burger.

Een gemiste kans die wellicht wordt benut door concurrent Toyota die met de Auris Hybrid een volwaardig én vooral een goedkoper alternatief aanbiedt.

Urbain Vandormael