In beeld: 50 jaar onafhankelijkheid Congo
Op 30 juni viert de Democratische Republiek Congo 50 jaar onafhankelijkheid. Aanvankelijk was het land, met veel natuurlijke rijkdommen zoals olie en diamant, persoonlijk bezit van de Belgische koning Leopold II. In 1908 kwam het land na 23 jaar in handen van de Belgische staat.
In 1960 gaf België zijn kolonie op uit vrees voor een onafhankelijkheidsoorlog, zoals die in Algerije. Onze toenmalige koning Boudewijn reisde naar Congo om het land definitief af te staan.
Op 30 juni 1960 legde Joseph Kasavubu de eed af als eerste president van de Republiek Congo.
Aangezien de Congolese grondwet bijna een kopie is van de Belgische, lag de feitelijke macht niet bij de president maar bij de eerste minister. De allereerste premier van de Republiek Congo was Patrice Lumumba (links).
Kort na de onafhankelijkheid kreeg de kersverse Congolese regering af te rekenen met een opstandige provincie. Op 26 juli 1960 benoemde Moise Tsjombe zichzelf tot president van de Onafhankelijke Republiek Katanga.
Een half jaar na zijn aantreden werd premier Patrice Lumumba op 17 januari 1961 vermoord. Legerkolonel Joseph Mobutu arresteerde hem en leverde hem uit aan Lumumba’s aartsvijand Tsjombe in het opstandige Katanga.
Tot vandaag is er geen volledige duidelijkheid over de moord. De Amerikaanse CIA en de Belgische regering zouden Tsjombe gesteund hebben om Lumumba uit de weg te ruimen. Beide partijen vreesden dat hij van Congo een communistische staat wou maken.
In 1965 pleegde Mobutu een staatsgreep. Hij installeerde een eenpartijstaat en riep zichzelf uit tot staatshoofd. Mobutu bleek al snel een wreed dictator die niet terugdeinsde voor corruptie, schendingen van de mensenrechten en onderdrukking van het volk.
Mobutu (links), hier met koning Boudewijn (rechts) op de foto, wou definitief een einde maken aan het koloniale verleden. Hij veranderde de naam van het land in Zaïre en zijn eigen naam in Mobutu Sese Seko.
Ondanks zijn dictatoriale beleid was Mobutu geliefd onder westerse leiders. Zij beschouwden Mobutu als de man die het oprukkende communisme in Afrika een halt toeriep. In ruil daarvoor kreeg hij giften en leningen voor zijn land. Het merendeel van dat geld hield Mobutu voor zichzelf.
In 1994 staken Rwandezen die op de vlucht waren voor de genocide in hun land de grens met Congo over. Als gevolg daarvan ontstonden er etnische onlusten in het land en begon de rebellie tegen president Mobutu. Rebellenleider Laurent Desiré Kabila kreeg daarbij de steun van de buurlanden Burundi, Uganda en Rwanda.
In 1997 pleegde Kabila een staatsgreep terwijl Mobutu in Zwitserland een behandeling tegen prostaatkanker onderging. Kabila veranderde de naam van het land in Democratische Republiek Congo. Veel veranderde er niet, want het land bleef in de greep van conflicten en corruptie.
Vier jaar na zijn aantreden werd Kabila vermoord door een bodyguard. De aanslag maakte deel uit van een mislukte staatsgreep. De toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, woonde de begrafenis bij.
Joseph Kabila, zoon van de vermoorde Congolese president, volgde zijn vader op, onder wie hij als vicestafchef van het leger had gediend.
De nieuwe president erfde van zijn vader een burgeroorlog in het oosten van Congo die al sinds 1998 aansleept. De spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in het oosten leiden vaak tot bloedige confrontaties, waarbij ook kindsoldaten worden ingezet.
Op 30 juli 2006 konden de Congolezen voor het eerst in ruim 40 jaar naar de stembus. De twee belangrijkste kandidaten waren de zittende president Joseph Kabila en Jean-Pierre Bemba. Beiden probeerden het volk voor zich te winnen met beloftes om de corruptie tegen te gaan en het land behoorlijk te besturen.
De vredesmacht van de Verenigde Naties in Congo, MONUC, hield het verloop van de verkiezingen nauw in de gaten. Uiteindelijk was het Kabila die won en zichzelf opvolgde als president van de Democratische Republiek Congo.
In 2005 laaide het geweld tussen rebellengroeperingen en het regeringsleger weer op. Burgers werden daarbij niet gespaard. Duizenden Congolezen sloegen op de vlucht.
In 2008 viel de rebellengroep Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP) onder leiding van Laurent Nkunda verscheidene dorpen in Goma en Noord-Kivu aan. Pas in januari 2009 kon de rebellenleider worden opgepakt in Rwanda terwijl hij op de vlucht was voor het Congolese leger.
De Belgische ex-kolonie, die al jaren geteisterd wordt door conflicten vanwege de vele natuurlijke rijkdommen zoals olie en diamanten, viert dit jaar 50 jaar onafhankelijkheid. Koning Albert II zal aanwezig zijn op de viering, wat in België een politieke rel veroorzaakte.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier