Na Willy is er dus Bob. Alias Roberto Martínez, 43 en vorige week aangesteld als nieuwe bondscoach van België. Eén van de Three Amigos. Prille twintigers waren het nog, de drie Spanjaarden uit de jeugdopleiding van Real Zaragoza, toen ze iets meer dan twee decennia geleden in de Engelse Third Division neerstreken, op zoek naar het avontuur.
Jésus Seba en Isidro Diaz zijn inmiddels allang terug in Spanje. Bob is in Engeland gebleven. Eerst iets meer dan een decennium als speler – aan zijn passage bij het Schotse Motherwell hield hij zijn vrouw over – vervolgens als trainer, een job waar hij al op zijn 33e aan begon.
Een man van de twee topwerelden in het Europese voetbal is de nieuwe Belgische bondscoach. Iemand die op het moment van zijn ontslag bij Everton de na Arsène Wenger langste ononderbroken reeks wedstrijden als trainer op een bank in de Engelse Premier League had: 265 wedstrijden na elkaar. Als zo iemand kandidaat is om de Rode Duivels te leiden, en geen al te pittige financiële eisen stelt, lijkt dat een gerechtvaardigde keuze.
In de gang naar zijn bureau op Finch Farm, het trainingscomplex van Everton, hangt (hing?) een afbeelding van Johan Cruijff. Martínez houdt van trainers die met hun ideeën de filosofie van een club kunnen veranderen. Zoals Johan Cruijff bij Barcelona. Van zichzelf vindt hij dat ook. In een interview met het Spaanse El País noemde hij zichzelf ooit ‘een pionier van het passenspel en het balbezit in Engeland’.
Martínez houdt van aanvallend voetbal en is iemand die mee denkt met zijn club. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat Anderlecht in juni met hem rond de tafel ging zitten. Zijn aankoopbeleid bij Everton was misschien niet altijd succesvol, hij liet er met Barkley, Lukaku, Stones en Deulofeu wel een aantal jonge talenten doorstromen en liet ze ook staan, ook al haalden ze niet altijd rendement. Oog voor jong talent, er intensief mee werken, meedenken met de club, het klonk Anderlecht als muziek in de oren. Onder meer enkele engagementen voor tv verhinderden evenwel een vroege start met de Brusselaars. Bij zijn presentatie omschreef hij het als een timing die net niet klopte. Die van de bond, een maand later, klopte wel.
Een Engelse columnist deelde in een opiniestuk naar aanleiding van het ontslag van Roberto Martínez bij Everton en het fout aflopen van het avontuur bij stadsgenoot Liverpool van Brendan Rodgers voetbaltrainers in twee categorieën in: de pragmatici en de idealisten. Rodgers en Martínez behoren, net als Guardiola of Cruijff, tot de tweede categorie. Mannen die desnoods staande sterven, als ze maar niet aan hun principes moeten raken. Als ze winnen, krijgen ze lof, zoals Guardiola in de tijd dat zijn Barça haast onoverwinnelijk was. Als ze verliezen, is er hoon en leedvermaak, zoals de nieuwe Belgische bondscoach al overkwam. Toen die in zijn laatste jaar bij Wigan, het jaar dat hij er de FA Cup won, werd bekritiseerd omdat de uitslagen tegenvielen, verwees hij altijd naar het goeie voetbal van de ploeg. Naar de stand moesten de fans niet kijken. Vier dagen na de bekerwinst verloor Wigan van Arsenal en was de degradatie een feit.
Pragmatici, zoals José Mourinho of de nieuwe Engelse bondscoach Sam Allardyce, zijn minder bezig met esthetiek. Zij gaan voor winst. De krant rekende het uit: Tony Pulis, die met zijn Stoke City systematisch koos voor Route One, won van zijn 272 wedstrijden als coach in de Premier League 84 duels (30,88 procent). Martínez, die met Everton een in principe hoger aangeschreven ploeg trof, won 81 keer in 265 wedstrijden (30,56 procent). Kortom: esthetiek geeft geen garantie op meer succes. Dat was, op het einde, ook de kritiek van de fans van Everton op Martínez: veel lof voor de manier van voetballen, oké, maar wanneer wonnen we nog eens? Vorig seizoen slechts vijf keer voor eigen volk.
Hij is zich daar ongetwijfeld van bewust, de Spanjaard. Zijn defensief werk zal de komende maanden van nabij worden gevolgd, want in het andere geval zal Thibaut Courtois snel aan de bel trekken. En zal Bart Verhaeghe snel ontevreden zijn, want hij heeft Michel Preud’homme, die zichzelf al zowel Brugge als de nationale ploeg vanuit een helikopterrol zag leiden, moeten ontgoochelen. Reken maar dat ze daar de boel van zeer dicht zullen volgen.
DOOR PETER ‘T KINT
Esthetiek geeft geen garantie op succes