Peter Terrin
Peter Terrin Peter Terrin is schrijver.

Aan alles komt een einde. Het einde van deze column, op deze plek in uw favoriete weekblad, is gekomen. Noem het herstructurering. De resultaten zijn voortreffelijk, toch moet drastisch worden ingegrepen. Niet alleen arbeiders hebben daar onder te lijden.

Ik voelde me prima op deze plek, ze was me vertrouwd geworden, het was mijn oranje brooddoos met elastiek. Aan mij, als laatste in de rij, de twijfelachtige eer om het licht uit te doen. De prachtige schemerlamp die dit katern al zo lang opluistert. Maar een mens moet vooruit, niet getalmd, de wondere wereld van het wereldwijdeweb wenkt! De hoofdredactie biedt me een spot aan, en op die spot kan ik bloggen. Knack bezit namelijk een virtueel kampeerterrein, alwaar veel commentatoren reeds hun tentje hebben opgeslagen. Gezellig, je kunt er gratis op bezoek. Als iedereen een beetje opschuift, mag Terrin er ook bij. Maar dan moet ik wel iets regelmatiger van mij laten horen, want een blog speelt in op de actualiteit. Het is allemaal heet van de naald en interactief, begrijpt u.

Dus ging ik een kijkje nemen, ik kom graag beslagen ten ijs.

Wat mij het eerst opviel, was dat enige verwarring bestaat over de term blog. Zoals de moderne lezers van Knack weten, is dat woord een afkorting van weblog, dat nu reeds archaïsch klinkt. Een log is een instrument waarmee men eertijds de snelheid van een schip bepaalde. (Van Dale spreekt over ‘Een met lood bezwaard plankje in de vorm van een cirkelsector, dat, aan een lijn bevestigd, van een varend schip in zee geworpen werd.’) Ook staat log voor logboek; daarin noteert men de waarnemingen met de log. Bij uitbreiding is het logboek een soort scheepsjournaal, een dagboek waarin men uitsluitend en vooral sec de voornaamste gegevens omtrent de vaart noteert.

Echte weblogs zijn weinig te vinden.

In het slechtste geval blijkt een blog een verbale boksring; Jan en alleman mag er, naar aanleiding van een post, polemisch de spieren laten rollen. Hier en daar wordt de wellevendheid ternauwernood in acht genomen, meestal regeren de uitroeptekens en hoofdletters. De kamp houdt niet na vijftien ronden op, maar pas als iedereen zwijgt, dit wil zeggen, als een nieuwe post de aandacht van de vorige afleidt. Vanzelf rijst de vraag of al die mensen hun tijd niet beter kunnen gebruiken. (De ergste aller blogs, zijn de tetterblogs: zonder noemenswaardige aanleiding, en gespeend van Gods zegen, ouwehoeren tegen de sterren op. Fonetisch geniet de voorkeur, dat is grappig.)

In het beste geval krijg je een webcolumn te lezen. Die kan iets snediger, gewaagder, persoonlijker, anekdotischer zijn dan de papieren variant, maar ook gewoon degelijk en interessant. Dus niet bedoeld om een reactie uit te lokken, zoals je zou gaan denken. Komt er toch een reactie, dan doorgaans van een vaste schare volgelingen. Die volgelingen hebben diverse beweegredenen. Adoratie staat mogelijk voorop, ijdelheid is nooit ver uit de buurt.

Echte weblogs – ze bestaan – doen dus sec, verzorgd en regelmatig verslag over een onderwerp naar keuze. Een uitstekend voorbeeld hiervan is De Papieren Man, van recensent Dirk Leyman. Wil je het belangrijkste literaire nieuws volgen, één adres. Een andere favoriet is de blog van de Nederlandse schrijver Gerbrand Bakker: Gerbrandsdingetje. De titel dekt de lading, en daar houd ik van. Ik ga ook dikwijls langs bij Grunberg, die het bloggen heeft begrepen als geen ander, en met een paar zinnetjes en een foto de verbeelding aan het werk zet. Mooie, overzichtelijke en rustgevende plekjes in het oerwoud van Blogland.

Hoe ik de eigen blogspot zal inrichten, behoeft nog enig denkwerk. Tot welke soort de blog zal behoren, verneem ik ongetwijfeld van u. Inmiddels verblijf ik, met een zeer dankbare groet.

PETER TERRIN IS SCHRIJVER.

Peter Terrin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content